Good fortune and potency
Door: Paul
Blijf op de hoogte en volg Paul
06 Februari 2019 | Thailand, Bangkok
Tattoo prints met een afbeelding of de naam van Buddha is ‘not respectfull’. Er mag eigenlijk best veel niet in Bangkok. Niet roken in de restaurants, niet in de lift, en zeker niet rond tempels. Zomaar je troep op straat weggooien kost 2000 Baht. Drugs gebruiken of sex met minderjarigen kost nog iets meer dan dat bedrag van 60 euro. Tattoos van Buddha heb ik niet gezien. Alle andere mogelijke tattoos wel. Bij tempels zijn alle gekleurde prints op schouders, dijen en blote buiken en ruggen afgedekt, maar de exposure op en rond Khao San Road is overweldigend. Alle nationaliteiten krioelen door elkaar, lopen met een fles bier in de hand, laten zich de voeten masseren, en verkassen van hostel naar guesthouse, van Thailand naar Bali, en nog verder. Dan zijn er oudere jongeren, soms met kinderen, in draagzakken en met sarongs. Er wonen -schijnt het- veel chinezen in Bangkok, maar die pik ik er nog niet uit, ze lijken allemaal op elkaar. Wel meen ik engelse toeristen te onderscheiden van amerikanen, en zeker van fransen, of van hollandse Kras toeristen. En ook ikzelf ben goed vertegenwoordigd in het straatbeeld. Op een ligbed liggen naast elkaar Kees Hulst en Esther Scheldwacht, ogen dicht, voeten in de lucht, knijpen maar. Bangkok is booming. Pre-pensionado’s en oude viezeriken. Thaise meisjes met europese mannen, schoolkinderen in uniform. Mannen in uniform, in dienst van de overheid.
Op veel plekken staan grote geelgouden houten lijsten, langs rotondes en voor overheidsgebouwen, met een afbeelding van de jonge koning. Ik vraag aan een tuc tuc chauffeur hoe hij ook weer heet, maar de chauffeur weet het niet, lacht bescheiden, hij spreidt zijn armen, het is een lange moeilijke naam.
Dwars door de stad kronkelt een brede rivier, het meeste moois ligt aan de oostzijde van de rivier, of juist aan de ene of aan de andere oever. Tientallen pontjes koersen heen en weer, luidruchtige longboats varen af en aan tussen een twintigtal pieren. Wij verblijven in een prima hotel bij pier 13, en zijn in een paar minuten op de Khao San Road, of laten ons met tuc tuc of longboat bij een bezienswaardigheid afzetten.
Gisteren en vandaag was het extra druk in de stad, veel ge-offer en gebeden, het chinese nieuwjaar is het jaar van het varken ingestapt. Buddha is dikke maatjes met 12 beesten, de islam is niet zo dol op varken. Hier in Bangkok is dat niet zo’n ding, maar hiernaast in Maleisie en Indonesie wel. Wij knikken respectvol mee als voor een tempeltje een varkenskop op een schaal in de hete zon wordt vergezeld door een dooie vis aan de ene kant, en een geplukte eend aan de andere. Dames en heren dopen lotusknoppen op lange stelen in heilig water, en kloppen daarmee op het eigen hoofd en op het hoofd van hun dierbaren. Monniken sprenkelen -tegen een donatie natuurlijk- heilig water over de bezoekers van Wat Pho.
Je hoort het goed. Gisteren was een Wat dag.
Vandaag wat meer van de cultuur en het openbaar vervoer geproefd. Dat smaakt uitstekend. Het prachtige koloniale houten huis van een zijde handelaar (die rond 1960 zomaar verdwiijnt), is nu een bezoekplek voor een uur of twee. In een groene oase aan de rand van het centrum is het goed toeven en bloedheet tegelijk. Langs het kanaal spurten longboats met een bloedgang door het water, en klotst het boegwater hoog op tegen de huizen en de paalwoningen. Bijeengebonden electriciteitsdraden, drogende was.
We eten op straat, net een blok verder dan Khao San, waar het rustiger is, en prikken een vorkje weg op het terras van ons hotel. We kijken uit over de rivier, zien tufboten en discostomers langs varen, sommigen donker en obscuur, andere vol in het neonlicht. Zo is het op de rivier van Bangkok, zo is de binnenstad.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley